Participatie en het omgevingsplan

Participatie en het omgevingsplan

Het omgevingsplan is een kerninstrument van de gemeente waarin opgaven in de fysieke leefomgeving omgezet worden in concrete regels. Het bevat voor de hele gemeente in ieder geval de regels die nodig zijn met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en het daarmee al dan niet toelaten van bepaalde activiteiten in specifieke gebieden, het vaststellen van algemene voorschriften of meldingsplichten voor bepaalde handelingen, de eisen voor vergunningverlening en de criteria voor beoordeling, evenals normen voor omgevingskwaliteit. Vanaf 1 januari 2024 heeft iedere gemeente in Nederland een tijdelijk omgevingsplan waarin - kort gezegd - de huidige ruimtelijke plannen, bodemkwaliteitskaarten en de bruidsschat zitten. Pas op 1 januari 2032 moet het omgevingsplan voldoen aan alle eisen die de Omgevingswet eraan stelt. Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden moet de gemeenteraad in die periode het tijdelijke omgevingsplan transformeren naar het definitieve omgevingsplan. Naast inhoudelijke condities waaraan de regels in het omgevingsplan zich moeten houden, gelden ook voor de manier waarop de wijziging van het omgevingsplan loopt diverse instructies. Participatie wordt door de Rijkswetgever als een belangrijk onderdeel in dit proces gezien. Maar wat is participatie precies en wanneer moet participatie plaatsvinden bij het opstellen en wijzigen van het omgevingsplan? Deze vragen worden hieronder beantwoord.

Hulp nodig?

Ziet u door de bomen het bos niet meer? En hebt u hulp nodig bij het vormgeven van participatiebeleid onder de Omgevingswet? Neem snel contact op!

Meer informatie

Omgevingsplan

Hebt u hulp nodig bij het ontwikkelen van uw omgevingsplan? Wij helpen u graag verder.

Meer informatie

Participatieplan

Wij helpen u graag bij het ontwikkelen van een participatieplan voor uw project.

Meer informatie

Definitie

De Omgevingswet en bijbehorende besluiten en regeling geven geen definitie van participatie. In de allereerste memorie van toelichting wordt wel gesproken over publieksparticipatie, maar dan als onderdeel van de 'sneller en beter' - aanpak in het fysieke domein. Deze aanpak zou moeten leiden tot 'besluitvorming met groter draagvlak, aanzienlijk tijd- en geldwinst door een vroegtijdige probleemanalyse, verkenning van oplossingsvarianten en milieueffectbeoordeling met vroegtijdige publieksparticipatie'. Deze aanpak is echter alleen in de Omgevingswet gecodificeerd voor het instrument projectbesluit en andere kerninstrumenten als het gaat om een project van publiek belang, zoals de aanleg van een snelweg of een groot binnenstedelijk transitieproject. Bij andere wijzigingen van het omgevingsplan, die geen projecten van publiek belang mogelijk maken, is de 'sneller en beter' - aanpak optioneel, maar welke eisen worden er dan aan participatie gesteld?

Kennisgeving

Op grond van artikel 16.29 van de Omgevingswet moet van het voornemen om een omgevingsplan vast te stellen kennis worden gegeven. Daarnaast werd in de eerste versie van het Omgevingsbesluit een motiveringsplicht opgenomen over vroegtijdige publieksparticipatie. De Tweede Kamer - en dan met name het lid Van Veldhoven - heeft ervoor gezorgd dat er een koppeling werd gelegd tussen de kennisgeving van het voornemen om een omgevingsplan vast te stellen en de motiveringsplicht over vroegtijdige publieksparticipatie. De ingediende en aangenomen motie leidde tot wijziging van het Omgevingsbesluit omdat 'participatie extra procedurele borging verdient, zodat een goede afspiegeling van de relevante partijen aan de totstandkoming van het omgevingsplan kan bijdragen en (...) dat het voor een vroegtijdige, adequate en gelijkwaardige deelname aan het participatieproces bijdraagt om vooraf te weten hoe het participatieproces wordt ingericht'. In artikel 10.2, eerste lid, van het Omgevingsbesluit bepaalt dat bij de kennisgeving wordt aangegeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding worden betrokken. Per wijziging van het omgevingsplan moet dus van tevoren worden bedacht hoe publieksparticipatie plaats zal vinden. Er geldt echter op grond van de Omgevingswet geen verplichting om participatiebeleid vast te stellen, of toch wel?

Decentraal participatiebeleid

Begin 2020 was het Eerste Kamerlid Nooren degene die constateerde dat de regering nog geen richtinggevende uitspraken had gedaan over de eisen die worden gesteld aan participatie. Zij en anderen vonden het van belang dat zowel inwoners als initiatiefnemers inzicht zouden hebben in de eisen die de lokale overheden stellen aan participatie en met een aangenomen motie werd de regering verzocht een regeling op te nemen die gemeenten, provincies en waterschappen verplichtte om participatiebeleid op te stellen waarin vastgelegd wordt hoe participatie wordt vormgegeven en welke eisen daarbij gelden. De regering heeft hieraan gehoor gegeven door aan artikel 10.2 van het Omgevingsbesluit een onderdeel toe te voegen. Niet alleen moet er bij de vaststelling van een omgevingsplan aangegeven worden hoe iedereen betrokken is en wat de resultaten zijn. Ook moet worden aangegeven op welke manier invulling is gegeven aan het toepasselijke decentrale participatiebeleid. Uit dit stuk blijkt impliciet dat er decentraal participatiebeleid aanwezig moet zijn, maar echt van harte is de motie niet uitgewerkt.

Conclusie

Afsluitend gelden voor een wijziging van het omgevingsplan dus een aantal eisen in het kader van participatie. Zo moet de kennisgeving van het voornemen om een omgevingsplan vast te stellen (of te wijzigen) worden voorzien van de manier waarop burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding worden betrokken. Daarna moet bij de vaststelling van die wijziging worden aangegeven hoe deze partijen zijn betrokken en wat de resultaten zijn. Een extra voorwaarde is de verantwoording over de mate waarop er invulling is gegeven aan het decentrale participatiebeleid. Het vaststellen van decentraal participatiebeleid lijkt een opgave die - gelet op de motie Kluit van oktober 2023 - voor een onbekend deel van de gemeenten in Nederland in ieder geval niet behaald wordt voor inwerkingtreding van de Omgevingswet. Deze gemeenten staan nu aan de lat om dit participatiebeleid vast te stellen voordat het voornemen er is om het omgevingsplan te wijzigen.